In dit blog licht ik de eerste vijf boosdoeners uit mijn vorige blog verder toe:

  1. Werkdruk
  2. Uitputtende levensstijl (work hard, play hard)
  3. Negatief vooroordeel over jezelf (onzekerheid)
  4. Wankel zelfvertrouwen (pleasen)

1.     Werkdruk

‘Niet lullen maar poetsen’ wie kent deze Calvinistische uitspraak niet? Hard werken is de norm en druk zijn betekent dat je belangrijk bent. Het aantal prikkels en afleidingen, het steeds hogere tempo waarmee alles met gebeuren en de toenemende ingewikkeldheid van onze werkzaamheden maakt dat we veel meer stress ervaren.

Maar wat is nou een hoge werkdruk?

We hebben het over een hoge werkdruk wanneer je je werkzaamheden vaak niet meer binnen de gestelde tijd af kunt krijgen of wanneer je merkt dat je dit alleen redt door minder kwaliteit te leveren. Natuurlijk hebben meerdere branches te maken met een hoogseizoen waarin er meer gewerkt moet worden en de druk hoger ligt. Dit wordt echter gecompenseerd door de relatief rustigere maanden daar omheen. We spreken dus pas van een te hoge werkdruk wanneer de spanning te lang te hoog blijft. Maar wat maakt nou dat de ene medewerker meer werkdruk en stress ervaart dan de andere? De werkdruk die we voelen hangt samen met 2 factoren: factoren binnen de werkcontext én factoren binnen de persoon zelf.

Hieronder ligt ik beiden toe.

Factoren binnen de werkcontext die de werkdruk verhogen

  • Weinig support vanuit manager en/of collega’s
  • (Langdurige) conflicten op werk of privé
  • Weinig teamspirit, negatieve werksfeer, pesten op het werk
  • Weinig job-control
  • Slechte match tussen persoon en werk (de persoon wordt overvraagd)
  • Angst voor het verliezen van een baan

Factoren binnen de persoon die de werkdruk verhogen

  • Opvoeding
  • Sexe (vrouwen zijn gevoeliger voor stress)
  • Belastende privé omstandigheden (bv. Mantelzorg)
  • Gebrek aan assertiviteit (moeilijk nee kunnen zeggen)
  • Persoonlijkheid (neuroticisme, consciëntieusheid, hulpvaardigheid)
  • Perfectionisme
  • Te groot verantwoordelijkheidsgevoel
  • Eerdere traumatische/stressvolle ervaringen
  • Te veel behoefte aan erkenning
  • Imposter syndrome
  • Gebrek aan focus

Te lage werkdruk

Als het om werkdruk gaat is het sleutelwoord balans. Te lang een te hoge werkdruk is ongezond maar te lang een lage werkdruk is ook niet goed voor ons. Als je te lang te weinig te doen hebt, wordt alles al snel te veel en krimpt je zelfvertrouwen. Ook dit kan leiden tot gezondheidsklachten. Balans is dus ok hier het sleutelwoord.

2.     Uitputtende levensstijl (work hard, play hard)

We leven in een wereld waar we de hele dag online zijn en overladen worden door prikkels. Onze hersenen krijgen weinig tot geen rust en kans om te herstellen. Ons motto is: ‘Work hard, play hard’. M.a.w. als je een drukke baan hebt, moet je privé veel leuke dingen doen om dit te compenseren. We stoppen onze vrije tijd vol met: sporten, afspraken, uitjes, opleidingen, digitaal amusement zoals gamen en social media en andere activiteiten waardoor we constant overprikkelt zijn en onze hersenen en lichaam geen kans geven om bij te komen en op te laden.

We denken: ‘Over drie dagen is het weekend, dan slaap ik wel uit.’, of ‘Over een maand heb ik vakantie dan kom ik wel tot rust.’ Of ‘Vanavond ga ik vroeg naar bed.’. Ondertussen vergeten we pauzes te nemen gedurende de werkdag waardoor we al op onze reserve energie draaien als we thuis komen. Deze reserve energie vullen we moeilijker aan dan onze gezonde energie waardoor we vaak op de avond of in het weekend of tijdens de vakantie niet genoeg herstellen en we spanning mee nemen naar de volgende drukke dag, week of maand.

Veel mensen hebben tegenwoordig het idee dat ze 6 dagen per week de sportschool in moeten als een soort therapie of om dat ideale lijf te krijgen. Sport is waardevol en gezond maar je kunt ook doorslaan. Sport is dan geen ontspanning meer of ontspannen inspanning maar een bron van extra stress voor je lijf. Beperk je dus tot lekker actief sporten maar zoals Joop Zoetemelk zei na het winnen van de Tour de France: ‘De tour de France heb ik gewonnen in bed!’. M.a.w. je kunt alleen presteren als je ook tijd neemt om te herstellen.

Vaak beschrijven we onszelf als gedreven of bevlogen. Het is geweldig dat je houdt van je werk maar dat maakt vaak dat we de neiging hebben om te weinig herstel tijd in te bouwen. Een voorbeeld hiervan is Elon Musk die op den duur niet meer kon slapen zonder pillen omdat hij zo veel onrust (chronische stress) in zijn lijf had. Kortom gedrevenheid en bevlogenheid is juist ook een oorzaak waarom mensen niet genoeg luisteren naar hun lichaam en grenzen en last krijgen van chronische stress.

3.     (en 4) Negatief vooroordeel over jezelf en een wankel zelfvertrouwen

Vrouwen hebben de neiging om succes te wijten aan mazzel en externe omstandigheden terwijl ze falen wijten aan zichzelf. Dit lijdt makkelijk tot chronische stress. Gelukkig werkt het voor mannen andersom; zij wijten succes eerder aan zichzelf en mislukking aan externe omstandigheden. Mannen zijn ook hier dus in het voordeel.

Onder vrouwen vinden we ook een ander mechanisme dat lijdt tot meer spanning: het imposter syndroom. Veel, met name, vrouwen hebben het gevoel dat ze een baan alleen hebben gekregen omdat ze mazzel hadden (externe omstandigheden). Dit betekent dat zij gedurende een groot gedeelte van hun loopbaan angst hebben dat ze ‘door de mand gaan vallen’ omdat ze de functie eigenlijk niet aan kunnen.

Dit zijn vaak mensen met een laag zelfvertrouwen die dan een hele sterke behoefte hebben aan goedkeuring en keihard werken omdat te krijgen van hun omgeving. Het is echter nooit genoeg om uiteindelijk dat zelfvertrouwen op te bouwen wat nodig is om zonder spanning te functioneren.

Door negatief over onszelf te denken, creëren we een hoop spanning en chronische stress.

 

5. Wat als…. (doemdenken en piekeren)

Als zoogdieren zijn we altijd opzoek naar veiligheid. Vroeger loonde het om in levensbedreigende situaties vooraf na te denken over mogelijke oplossingen om zo ons voortbestaan te garanderen. Tegenwoordig is dat niet meer nodig. In het hier en nu zijn er weinig echte bedreigingen. Helaas hanteren we nog wel dezelfde strategie. Hoe meer onveiligheid (stress) we ervaren, hoe meer we gaan nadenken over mogelijke overlevingsstrategieën.

Mensen hebben gemiddeld tussen de 60.000 en 80.000 gedachten per dag. Helaas is een groot deel daarvan negatief (75%). Eerder heb je al gelezen dat ons brein geen onderscheid maakt tussen een hond en de gedachte aan een hond. Zo is het dus ook met alle negatieve gedachten die we over onszelf hebben op een dag. Helaas zijn we ons, door alle drukte op een dag, weinig bewust van al onze negatieve gedachten en hebben deze vrij spel als het gaat om het creëren van spanning en chronische stress.

Volgende week volgt:

 

Blog 7. De 14 grootste boosdoeners: deel 3.

Laat een reactie achter